Markt 19,  2290  Vorselaar

Ons repertoire voor de concerten van november 2025

REPERTOIRE

Charles Gounod

Parijs, 17 Juli 1818  -  Saint-Cloud, 18 Oktober 1893

Charles is de zoon van een kunstschilder en voortreffelijk pianiste. 

Juist van zijn moeder verkreeg hij zijn eerste pianolessen. 

In 1839 won hij de prestigieuze prijs “Prix de Rome” op het conservatorium, wat inhield dat hij zich 3 jaar mocht verdiepen in Italiaanse muziek en componisten. Hij woonde in de Villa Medici. 


Terug in Parijs werd hij kerkorganist en wilde priester  worden. 

Vanaf 1847 leefde hij in een klooster van Karmelieten tot 1852.  

Tot 1852. Toen trouwde hij met Anne Zimmerman.

 

In 1870 verhuisde het echtpaar naar Londen waar hij het koor Gounod’s Choir oprichtte. (Nu: Royal Choir Society). 


Tijdens zijn carrière bewoog hij zich tussen zowel kerkmuziek en wereldlijke werken. 


Ondanks dat velen in de muziek van Gounod invloeden horen van Pallestrina en Händel, moet hij toch meer gezien worden als de bevrijder van de Franse muziek van Italiaanse en Duitse invloeden. 

En juist dat was een inspiratiebron voor componisten als Camille Saint-Saëns, Paul Dukas, Claude Debussy en Maurice Ravel.


Al met al is zijn talent geroemd om mooie zingbare melodieën  te schrijven in een lyrisch-sentimentele stemming. 

Johannes Brahms

Hamburg 7 Mei 1833  -  Wenen, 3 April 1897

Johannes Brahms was een Duitse componist, pianist en dirigent. In zijn muziek verweefde hij de idealen van de Romantiek met muziektradities uit het verleden. Door dit meesterschap werd hij de leidende Duitse componist van zijn tijd.


“Het leek me dat op een dag plotseling een man moest en zou verschijnen, die uitverkoren zou zijn om op een ideale manier de hoogste expressie van onze tijd te verwoorden, één man die ons meesterschap zou brengen. En hij is gekomen. Zijn naam is Johannes Brahms.” Deze lovende woorden zijn van niemand minder dan Robert Schumann. Daarmee lanceerde hij de carrière van de jonge componist, maar schiep hij ook hoge verwachtingen. “Ik weet niet hoe ik kan beginnen die waar te maken,” schreef Brahms aan zijn begunstiger.


Johannes Brahms was nog maar 20 jaar toen Schumann deze aanprijzing publiceerde in zijn Neue Zeitschrift für Musik – op de voorpagina nog wel. Datzelfde jaar was Brahms namelijk bij Robert en Clara Schumann langsgegaan met een lovende aanbevelingsbrief van de violist Joseph Joachim. Brahms durfde bijna niet, maar het componistenechtpaar was diep onder de indruk van het jonge talent, zijn pianospel en composities.


Ondanks deze springplank stond Brahms geen makkelijke weg te wachten. In de concertzalen was vooral muziek te horen van grote componisten uit het recente verleden, zoals Mozart, Beethoven en Haydn. Daarom verwachtte het publiek dat nieuwe muziek in hun traditie geworteld was, maar tegelijkertijd vernieuwend zou zijn. Een moeilijke opdracht die de perfectionistische Brahms veel zelfkritiek en twijfels opleverde, maar die hij zich met groot succes eigen wist te maken. 

Met Schumanns steun durfde Brahms voor het eerst werken onder zijn eigen naam te publiceren, zoals zijn eerste twee pianosonates. Maar slechts een aantal maanden na hun eerste ontmoeting deed Robert een zelfmoordpoging, waarna hij zich vrijwillig liet opnemen in een inrichting. Brahms’ band met de Schumanns werd onvoorwaardelijk. Hij bezocht Robert regelmatig en hielp Clara, die nu in haar eentje een gezin van zeven kinderen moest onderhouden, zo veel hij kon. Roberts slechte geestelijke toestand maakte zo’n indruk op Brahms, dat hij nauwelijks nog kon componeren.


Ook na Schumanns dood in 1856 bleef Brahms de steun en toeverlaat van Clara, die hem een “troostende engel” noemde. Als pianist promootte ze de werken van Brahms. Voor hem betekende Clara nog meer: hij was verliefd op haar geworden, maar lijkt nooit gevolg te hebben gegeven aan zijn gevoelens. Voor de rest van hun leven zouden de twee een innige vriendschap hebben.


Brahms en zijn Eerste symfonie


Het waren veelbewogen jaren. Toch begon Brahms in 1854 aan een levenswerk: zijn Eerste symfonie. De 21-jarige componist zou er nog eens 21 jaar over doen om het stuk te voltooien. Een enorme schaduw torende namelijk boven hem uit: Beethoven. Aangewakkerd door Schumanns woorden verwachtte het publiek dat Brahms in Beethovens voetsporen zou treden, de componist die de symfonie naar een haast onhaalbaar hoog niveau had getild. “Je hebt geen idee hoe iemand als ik zich voelt wanneer hij de hele tijd zo’n reus achter zich hoort marcheren”, schreef hij in 1870, zes jaar voordat zijn Eerste symfonie af was. En dan was er nog die andere schaduw die Brahms altijd achtervolgde: zijn perfectionisme, twijfel en zelfkritiek.


Maar Brahms versloeg zijn demonen. In plaats van zich te laten verlammen door alle verwachtingen en de prestaties van zijn voorgangers, maakte hij ze tot zijn grootste kracht. Hij liet bewust de stijl van Beethoven doorklinken in zijn Eerste symfonie en koos er zelfs dezelfde toonsoort voor als Beethovens Vijfde symfonie. Het werkte: Brahms’ symfonie was een succes. De gerenommeerde pianist en dirigent Hans von Bülow (1834-1894) noemde de symfonie zelfs de "tiende symfonie", alsof het Beethovens volgende symfonie was. Ook noemde hij Brahms na Bach en Beethoven de grootste componist, waardoor het drietal nog altijd bekend staat als ‘de 3 B’s’.


Het heden en verleden in de stijl van Brahms


Zo ontwikkelde Brahms zijn unieke muziekstijl: een synthese van het heden en het verleden. Hij was een van de eerste componisten die muziek uit alle eeuwen gebruikte om op verder te bouwen. Brahms onderzocht uitgebreid hoe componisten als Bach, Schütz, Gabrieli, Scarlatti en Händel hun muziek precies hadden opgebouwd. Oude muziekvormen als de fuga en het madrigaal wist Brahms te versmelten met lange en gevoelige melodieën - typische trekjes van de Romantiek. Ook had Brahms goed naar Hongaarse volksmuziek geluisterd; opvallende ritmes, tempowisselingen en een verscheidenheid aan toonsoorten, hij nam alles mee in zijn eigen stijl. Vooral in het derde deel uit zijn Tweede symfonie kun je dat goed horen.


Brahms en koormuziek


Het was duidelijk: de onbekende Brahms die ooit schuchter voor de Schumanns had gespeeld, bereikte al snel het erepodium van componisten. In 1863 werd hij benoemd tot hoofd van de Wiener Singakademie. Daar verraste hij de concertbezoekers door werken van Schütz en Gabrieli te programmeren, muziek die veel ouder was dan wat doorgaans in de concertzalen klonk. Dit had ook invloed op Brahms’ eigen werk: hij ging meer koormuziek componeren, zoals het Schicksalslied en arrangementen van vroege Duitse koormuziek.


Ludwig van Beethoven

Bonn, ? December 1770  -  Wenen, 26 Maart 1827

Ludwig van Beethoven was een Duitse componist en pianist (met Belgische roots). Hij is een van de beroemdste componisten aller tijden. Zijn muziek wordt gezien als de schakel tussen de Klassieke periode en de Romantiek.


"Kan die verdomde hoornist niet tellen? Het is duidelijk verkeerd!" Dit riep Ferdinand Ries tegen zijn leermeester Ludwig van Beethoven tijdens de allereerste repetitie van de Eroica-symfonie. De keiharde, lompe inzet van de hoornist leek te vroeg. Beethoven had zijn leerling bijna een klap verkocht. Het was namelijk geen fout: hij had het expres zo gecomponeerd.


De muziek van Beethoven bracht een schok teweeg. De wringende akkoorden waar de Eerste symfonie mee begint, plotselinge en luide accenten die je voortdurend op het verkeerde been zetten en allerlei onverwachte wendingen, zoals de expres gecomponeerde te vroege hoorninzet in de Derde symfonie - zijn werken braken radicaal met conventies. Na Beethoven was muziek niet langer puur vermaak: hij had er een kunst van gemaakt die de luisteraar verheft. Alle componisten die na Beethoven kwamen, voelden zijn intimiderende schaduw over zich hangen. Hoe konden ze de grootmeester ooit overtreffen?


Het wonderkind Beethoven


Beethoven stond eerst zelf in de schaduw van een grootheid: Wolfgang Amadeus Mozart. Toen Beethoven nog klein was, had Mozart al naam gemaakt als wonderkind. Beethovens vader Johan, zelf een tenor aan het hof, wilde van zijn zoon net zo’n wonderkind maken – en ging daarin behoorlijk ver. Nadat hij Beethoven viool en piano had leren spelen, haalde hij hem op z’n elfde van school zodat hij al zijn tijd in de muziek zou stoppen. Ook sleurde Johan hem vaak midden in de nacht uit bed omdat hij het pianospel van zijn zoon wilde demonstreren aan een gast.


Het was geen makkelijke jeugd. De vader van Beethoven kwam geregeld dronken thuis, het gezin was arm en het huwelijk van zijn ouders piepte en kraakte. Na de dood van Beethovens moeder Maria raakte Johan in de put. Hij werd onder curatele gesteld. De 16-jarige Beethoven werd opgezadeld met de verantwoordelijkheid voor zijn broers en moest zijn vader regelmatig ladderzat uit de kroeg plukken.


Beethoven als pianist


Desondanks ging Johans wens in vervulling: Beethoven bleek talent voor muziek te hebben. De 16-jarige jongen had zelfs zo veel in zijn mars, dat hij naar Wenen reisde om Mozart te ontmoeten en les van hem te krijgen (waarvan we niet weten of dat ook echt gelukt is). De tweede keer dat Beethoven naar Wenen ging, was Mozart al gestorven. Hij ging studeren bij onder andere Antonio Salieri en Joseph Haydn. Hoewel Beethoven en Haydn altijd een goede band zouden hebben, schijnt Beethoven gezegd te hebben dat hij niets van Haydn had geleerd.


Beethoven maakte naam als pianist. Hij toerde met groot succes door Duitstalige landen. Zijn spel en improvisatietalent schijnen te hebben gewedijverd met de pianokunsten van Mozart. De componist Václav Tomášek noemde Beethoven zelfs de beste pianist die hij ooit had gehoord. In deze periode componeerde Beethoven onder andere zijn Septet voor houtblazers, hoorn en strijkers, zijn Eerste symfonie, strijkkwartetten en pianoconcerten, die hij zelf uitvoerde. Beethoven, nog een jonge twintiger, was hard op weg om in Mozarts voetsporen te treden.


Het noodlot van Beethoven: doofheid


Dit was echter van korte duur. In 1801 wist Beethoven het zeker: hij was doof aan het worden. Wat voor ieder mens al een vreselijk besef zou zijn, was voor Beethoven een regelrechte ramp. Hoe kon hij ooit nog optreden? Hoe kon hij aan de buitenwereld toegeven dat hij, voor wie alles om het gehoor draaide, zijn meest essentiële zintuig aan het verliezen was? Beethoven besloot zijn doofheid te verbergen. Hij trok zich terug, ontweek gesprekken en gaf steeds minder concerten, als de dood dat iemand zijn toestand zou ontdekken. Het dreef hem tot wanhoop, zodanig zelfs, dat hij overwoog een einde aan zijn leven te maken.


“Ik moet bijna helemaal alleen leven, als iemand die verbannen is. Ik kan me niet meer dan strikt noodzakelijk is met de samenleving mengen.”


Eén ding hield Beethoven overeind: zijn muziek. "Het leek me onmogelijk om de wereld te verlaten voordat ik alles had voortgebracht waarvan ik voelde dat het in me zat," schreef hij. Componeren werd nu zijn voornaamste bezigheid. Het gaf hem troost: ook al werd hij doof, er zat nog altijd muziek in hem, en die kon hij nog steeds delen met de wereld. Hoe hij dat kon blijven doen, weten we niet precies, maar waarschijnlijk putte hij tijdens het componeren uit zijn herinneringen en voorstellingsvermogen van muziek. Hij zou zich ook meer hebben gericht op trillingen en bewegingen van instrumenten en het visuele aspect van componeren.


Hoewel Beethoven zijn gehoor nooit volledig zou verliezen, zou het nooit meer verbeteren, wat hij ook probeerde. Tegen 1818 hoorde hij nauwelijks meer en kon hij alleen nog een gesprek voeren met behulp van conversatieboekjes.


Beethoven, Napoleon en verre liefdes


In 1809 bood de Weense adel Beethoven een salaris aan voor de rest van zijn leven. Zo kon hij componeren wanneer hij maar wilde. Dit werd hem echter ook lastig gemaakt. Door de Franse Revolutie en het oprukkende leger van Napoleon leefde Beethoven met politieke onderdrukking, oorlog en onrust. Eerst was Beethoven een groot bewonderaar van Napoleon. Maar toen hij hoorde dat zijn held zichzelf tot keizer had gekroond, kraste hij woest de naam van Napoleon (aan wie hij de symfonie had opgedragen) van de titelpagina van de heroïsche Derde symfonie. De turbulente tijd heeft zijn weerslag gehad op onder andere deze symfonie, waar een Franse militaire treurmars in zit.


Rond zijn veertigste was Beethoven op het hoogtepunt van zijn roem. Hij werd beschouwd als de beste nog levende componist van instrumentale muziek en had onder andere al zes symfonieën, vijf pianoconcerten en 25 pianosonates op zijn naam staan. Beethoven vond het een goed moment om te gaan trouwen, maar in de liefde had hij weinig geluk. De vrouwen op wie hij zijn oog had laten vallen, waren al getrouwd of van adel, en dus buiten bereik. Hij zou altijd vrijgezel blijven.


Desondanks kreeg Beethoven op een gegeven moment toch iets mee van het gezinsleven. Zijn broer Kaspar overleed in 1815 en zo kreeg Beethoven de voogdij over zijn neefje Karl. Dit ging echter niet zonder slag of stoot: er waren vier slopende jaren van rechtszaken en conflicten met Karls moeder voor nodig. De relatie tussen Karl en Beethoven, wiens karakter opvliegend en onstuimig was, verliep moeizaam. De situatie was lastig. In de zomer van 1826 deed Karl een zelfmoordpoging.


De slepende kwestie hakte erin bij Beethoven. Een naaste beschreef hem als een man van 70, terwijl hij nog maar 55 was. Hij kreeg steeds meer gezondheidsproblemen, dronk veel en raakte door zijn doofheid steeds geïsoleerder. In de laatste jaren componeerde Beethoven intieme strijkkwartetten, alsof hij daarin zijn innerlijke, persoonlijke gedachtes uit zijn eenzame wereld wilde uiten - een manier van componeren die kenmerkend zou worden voor de Romantiek. Ook veranderde Beethoven met zijn Negende symfonie de symfonie als genre door een koor en zangers aan het orkest toe te voegen.


De nalatenschap van Beethoven


Beethoven overleed op 26 maart 1827 in Wenen, 56 jaar oud, na een ziekbed. Naar verluidt hief hij zijn vuist na een enorme lichtflits en donderklap en keek hij nog eenmaal de wereld in voor zijn ogen voorgoed sloten. Voor zijn begrafenisstoet waren tienduizend mensen op straat.


Beethoven liet de wereld een ontzagwekkende muzikale erfenis na. Hij had voorgoed veranderd wat het publiek verwachtte van muziek. Zijn krachtige, intense, emotionele, lyrische, humoristische maar bovenal grensverleggende werken waren een voorbeeld voor alle componisten die na hem kwamen. Het woord 'genie' bestond tijdens het leven van Beethoven nog niet, maar hij zou een van de eersten zijn die een genie zou worden genoemd.

Het programma

  • Kyrie
  • Gloria
  • Credo
  • Sanctus
  • Benedictus
  • Agnus Dei
  • Cantique de Jean Racine

Mis in G Dur

Messa di Gloria

Messa di Gloria

Messe Solenelle de St. Cecilia

Messa Brevis

Messe Solenelle de St. Cecilia

Franz Schubert

Giacomo Puccini

Giacomo Puccini

Charles Gounod

Jacob de Haan

Charles Gounod

Gabriel Fauré

CONTACTEER ONS

Neem contact met ons op voor meer informatie over onze repetities, concerten en kaartverkoop.

MAIL ONS

Kloosterkerk in Vorselaar  -  19 oktober 2024

Sint-Apoloniakerk - Stelen  -  12 oktober 2024

Webdesign by: FaStMey  -  Turnhout

© Copyright 2024

AKKOORD

AKKOORD